
Wat is de lepeltheorie?
De lepel theorie is een theorie ontwikkeld door Christina Miserandino, nadat Christina met een vriendin zat te eten en de vraag kreeg hoe het voelt om chronisch ziek te zijn. Een vraag die ze niet had verwacht. Maar hoe leg je zoiets nou uit? Christina kreeg een ingeving en pakte alle lepels die ze maar kon vinden bij elkaar. Van hun eigen tafel en die van anderen. De duwde de lepels in de handen van haar vriendin en zei, ”Nu heb je lupus”. Met de lepels wilde Christina visualiseren hoeveel energie een bepaalde activiteit kost op een dag en waarom iemand die chronisch ziek is eigenlijk over alles wat energie kost na moet denken, juist omdat die maar een beperkt aantal kan lepels per dag kan gebruiken.
Het voordeel van de lepeltheorie
Uitleggen hoe iets voelt wat een ander niet ervaart kan vaak lastig zijn en vaak tot veel onbegrip leiden. De lepeltheorie geeft je een houvast om het gesprek in een richting te leiden zonder dat je verloren raakt. Je kunt de lepels alleen uitleggen maar door de ander letterlijk de lepels in handen te duwen en ze daarna één voor één weer af te nemen, maakt het voor de ander makkelijk om zich in te beelden hoe het werkt. En hoe de lepeltheorie werkt lees je hieronder.
De lepeltheorie
De lepeltheorie is origineel in het Engels geschreven en kun je als je op deze tekst klikt lezen. In verband met rechten ga ik de lepeltheorie niet direct vertalen naar het Nederlands, maar vertel ik je in mijn eigen woorden over de lepeltheorie eruit ziet.
De lepels staan voor het energiegebruik van de mens. Elke activiteit kost een bepaald aantal energie (een bepaald aantal lepels). Iemand met een chronische ziekte heeft een energiebeperking. Dus een activiteit kost meer energie dan iemand zonder ziekte. En dan is er nog één belangrijk detail voor iemand die chronisch ziek is: een lepel uitgegeven is ook echt uitgegeven. Deze kunnen niet terugverdient worden door rust en/of slaap. Dat kan bij iemand zonder ziekte wel.
Voorbeeld
Voor het voorbeeld gebruik ik net als Christina 12 lepels. Juist omdat haar vriendin toen reageerde met, ”Ik wil er meer!”. Maar dat is juist het punt. Je krijgt wat je krijgt. Het voorbeeld wat ik ga geven is een dag uit mijn leven. Ik neem een standaard werkdag met je door als winkelmedewerker. Daarbij benoem ik na elke activiteit hoeveel lepels je verliest.
Het is 6 uur ’s ochtend en je wekker gaat. Je wordt maar moeizaam wakker, dus je snoozed zo’n 4x van 10 minuten lang – 1 lepel (11 over). Je stapt uit bed en loopt naar de badkamer. Je wast je gezicht, je poetst je tanden en je doet wat make-up op -1 lepel (10 over). Daarna trek je iets makkelijks aan, want je werkkleding ligt op het werk. Je hebt geen tijd voor het ontbijt, maar stopt wat te eten in je tas en vertrekt. Je loopt 6 trappen naar beneden om bij de berging te komen en pakt daar je fiets – 1 lepel (9 over). In dit geval hebben we twee opties: de mountainbike of de e-bike.
Nu moet je kiezen. Je hebt 9 lepels en je moet nog werken. Met de mountainbike verlies je om naar het werk te fietsen 2 lepels. Maar met de e-bike verlies je er geen. Voor dit voorbeeld probeer ik je duidelijk te maken dat aanpassingen dus nodig zijn om een dag vol te kunnen houden. Daarom gaan we vandaag op de mountainbike -2 lepels (7 over). Aangekomen op het werk loop je naar de kleedkamer en kleed je om. Daarna loop je naar de kantine om daar nog even een kopje thee te drinken met je collega’s – 1 lepel (6 over). Het 8:00 en tijd om te beginnen. De winkel gaat open en je staat (dus niet zittend) kassa tot ongeveer 10:00-10:30. Tussendoor als je even niemand aan de kassa hebt spiegel je de winkel om je heen – 3 lepels (4 over). Je hebt 15 minuten pauze. Je moet via een omweg naar de kantine komen en gaat daar samen met wat collega’s iets eten – 1 lepels (3 over). Na je pauze weer terug achter de kassa tot je om 13:00 wordt overgenomen – 3 lepels (0 over). Klaar!!
Klaar? Nee natuurlijk niet. Want je moet nog naar huis. Maar volgens de regels heb je geen lepels meer over. Geen energie meer. Je lichaam is te zwak en toe uitgeput op dit moment. Je batterij is leeg. Maar eigenlijk zou je dag er nog zo uitzien: Je kleed je weer om en fiets terug naar huis toe. – 2 lepels (-2). Thuis aangekomen moet je even langs de supermarkt.– 1 lepel (-3). Nu woon je tegenover de supermarkt, dus zet je eerst je fiets in de berging en loopt dan naar de supermarkt. Je doet boodschappen. – 1 lepel (-4). Terug bij het appartement en je hebt geen lift, dus moet je 6 trappen omhoog lopen. – 1 lepel (-5).
Nu ben je thuis, en thuis wil je natuurlijk ook nog meer doen. Opruimen, koken, eten, ontspannen. Verder een voorbeeld hoe je dag er verder nog uit zou zien: Thuis ruim je je de boodschappen op en begin je ook maar aan de rest nu je toch bezig bent. Je ruimt de keuken op en zet de vaatwasser aan. -1 lepel (-5). Ook zie je dat de slaapkamer opgefrist kan worden, dus ruim je daar ook op. – 1 lepel (-6). Daarna stofzuig je het appartement – 1 lepel (-7). Je maakt even wat te eten en zet Netflix aan. – 2 lepels (-9). Daarna is het alweer tijd om te koken. – 2 lepels (11). Je eet – 2 lepels (-13).
Zoals je ziet heb je voor deze dag ongeveer het dubbele nodig dan wat je maar kan gebruiken. Voor velen is dit een dag geweest met gewoon opstaan, gewoon even naar het werk en lekker op tijd weer naar huis toe. Voor iemand die hun lepels moet tellen is het een hele opgave.
Het is dus ook elke dag dingen met elkaar vergelijken. Wat kan wel en wat kan niet. Wat kan ik weglaten om een hele dag vol te kunnen houden. Of in ieder geval tot aan ik thuis ben en daar weer in bed kan gaan liggen.
Dat betekent ook dat simpele dingen vaak weg worden gelaten. Denk voorbeeld aan even niet je haren kunnen wassen, omdat je vandaag ook echt moet stofzuigen. Of juist andersom. Maar ook niet meer samen met je partner een film kunnen kijken, omdat je hebt gekookt en gegeten.
Lepels lenen die er niet zijn (de risico’s)
Om een dag door te komen kan het zijn dat iemand lepels moet lenen die er eigenlijk niet zijn. Dat is eigenlijk hetzelfde als op adrenaline leven. Je moet iets en hebt nu geen tijd om in te storten. Stel je bent echt totaal uitgeput maar er gebeurd iets met je partner en die heeft je nodig. Je lichaam verzameld genoeg energie om door te kunnen. Daarna, als het voorbij is, merk je pas weer hoe uitgeput je eigenlijk was. Hetzelfde werkt met pijn. Adrenaline houd je pijnvrij.
Het nadeel van adrenaline is dat nadat het is uitgewerkt, het uitgeput gevoel en de pijn weer terugkomen. Vaak nog een stuk erger dan ervoor. Daarom is het zo plannen dat je de dag doorkomt met de lepels die je zijn gegeven zonder dat je te lang op adrenaline moet leven.
Verder is het risico van op adrenaline leven, dat je lepels voor de volgende dag weghaalt. Omdat je lichaam moet hertstellen van de tijd dat die in adrenaline zat. Want als je denkt dat herstellen geen lepels kost, heb je het goed mis. Het vergt extreem veel energie van je lichaam om te hertstellen.
Zo heb je een beetje kunnen leven wat lepels en de lepeltheorie inhoud. Heb je vragen, neem dan contact met mij op via het contactformulier.